Hieronder vindt u de antwoorden op de schriftelijke vragen betreffende de inzet van de Klijnsma-middelen voor de schoolzorg- ondersteuners. Deze vragen zijn in december gesteld aan het college door Jacqueline Freriksen namens BurgerBelangen.
1. Betekent dit dat de structurele dekking voor de schoolzorgondersteuner uit de Klijnsmamiddelen gedekt gaat worden de komende jaren of is er voor de komende jaren een andere dekking voorzien?
Nee, dat betekent dit niet. Zoals u in de raadsbrief over de besteding van de Klijnsma-middelen kunt lezen, wordt al het geld besteed. Er is dus geen geld beschikbaar om de schoolzorgondersteuner structureel te bekostigen. De €200.000,- is incidenteel beschikbaar, omdat er in 2017 en 2018 geld overbleef.
In het najaar heeft het college de notitie ‘een nieuwe focus op preventie’ definitief vastgesteld. De focus in preventie richt zich in Hengelo op: • Doelgroepgericht & thematisch werken; • Inzet van effectieve interventies; • Directe ondersteuning bij de vraag & ondersteuning verweven met het gewone leven; • Besparing.
Op dit moment wordt het plan van aanpak voor jeugd voor de komende jaren verder uitgewerkt. We hopen dit plan op korte termijn met u te kunnen delen. Het plan wordt uitgewerkt via een aantal lijnen: 1. Het bouwen en versterken een lerend netwerk van jeugd en gezinsprofessionals en het maken van duidelijke, verbindende samenwerkingsafspraken. Dit vanuit een gedeelde visie op positief Opgroeien en Opvoeden in Hengelo. 2. De ondersteuning wordt ingezet op plekken waar jeugdigen en ouders veel zijn of logisch komen, zoals op scholen, door de schoolzorgondersteuners. 3. Het ontwikkelen van een dynamische Hengelose preventie-toolbox voor jeugd & gezin. Deze bevat activiteiten en ondersteuningsmogelijkheden die aansluiten bij de behoefte van ouders en jeugdigen die op maat kunnen worden ingezet. Binnen dit driejarige plan zal ook aangegeven worden waar de structurele dekking gevonden wordt voor de verschillende lijnen en hoe de activiteiten worden gemonitord.
2. Is hier feitelijk niet sprake van oneigenlijk gebruik van de Klijnsma-middelen?
Nee, daar is geen sprake van. Uw raad heeft via het verzamelvoorstel budgetoverheveling 2018 de bedragen van de Klijnsma-middelen overgeheveld naar 2019 met als bestedingsvoorstel €100.000,- voor preventie, jeugd en maatschappelijke initiatieven en €100.000,- voor jeugdparticipatie. De besteding van het bedrag van €100.000,- voor jeugdparticipatie, via Missing Chapter, is komen te vervallen. In een raadsbrief is u medegedeeld dat, overeenkomstig de wens van de raad, deze middelen beschikbaar blijven voor de bestrijding van de gevolgen van kinderarmoede en bestemd zijn voor preventie. Daarmee hebben wij dit bedrag toegevoegd aan de €100.000,- die we daarvoor al hadden, zodat eenmalig € 200.000,- beschikbaar is. De wijze van inzet van de Klijnsma-middelen past volledig binnen de preventievisie: directe inzet bij de vraag en ondersteuning, verweven met het gewone leven en dan specifiek op de ondersteuning op plekken waar jeugdigen en ouders veel zijn of logisch komen, de scholen.
3. Zo nee, hoe gaat u aantonen dat de middelen via deze inzet terecht komen bij kinderen in armoede en dat zij door de inzet van een schoolzorgondersteuner geholpen worden.
Zoals ook in de raadsbrief gemeld, is er inmiddels ervaring opgedaan met de schoolzorgondersteuners op een aantal basisscholen. De eerste bevindingen zijn enorm positief. De schoolzorgondersteuners op de scholen vragen breed uit bij de ouders en richten zich op het gehele gezin. Hierbij kan dan ook eventuele problematiek van armoede binnen een gezin snel worden herkend. Dit is belangrijk, omdat armoede een zeer belemmerende factor is voor de inzet van zorg. De zorg is door de inzet van de schoolzorgondersteuner laagdrempelig voor de ouders en kinderen, er is sprake van een goede verbinding tussen alle domeinen, de problematiek wordt eerder gezien en de zorg die geleverd wordt is lichter, passend en preventief.
4. Bent u het met ons eens dat het effect van de inzet van een schoolzorgondersteuner terug te vinden zou moeten zijn in een vermindering van kosten gerelateerd aan de jeugdwet? (Vermindering van indicaties of minder dure zorg als effect van de inzet).
Onderdeel van de uitwerking van de preventievisie in het plan van aanpak voor jeugd is een uitgebreid driejarig traject van monitoring en evaluatie. Alle lijnen benoemd bij de beantwoording van vraag 1 en de inzet op de activiteiten, zullen in samenhang een bijdrage moeten leveren aan de vermindering van inzet op geïndiceerde zorg. Het traject van monitoring bevat dan ook een analyse waaruit moet blijken dat de voortijdige inzet zal leiden tot kostenbesparing; hiervoor stellen wij een traject van drie jaar voor.
5. Zou er daarom geen businesscase ten grondslag moeten liggen aan het initiatief van de schoolzorgondersteuner i.v.m. de dekkingsvraag?
Zoals hiervoor benoemd zal de uitwerking van het plan binnen drie jaar moeten aantonen dat de inzet op de lijnen zal leiden tot minder inzet van geïndiceerde jeugdzorg.